De Belastingdienst is vanaf 1 september gestart met het invorderen van de belastingschuld die 35.000 ondernemers tijdens de coronacrisis hebben opgelopen, maar waarvoor ze nog geen betalingsregeling hebben getroffen.
Bedrijven die niets van zich hebben laten horen voor de deadline van eind augustus moeten hun schuld nu in één keer afbetalen. Een groot aantal kan deze maand een dwangbevel van de Belastingdienst verwachten en deze groep kan uiteindelijk te maken krijgen met een deurwaarder. Dat is enorm schrikken, vooral voor het mkb. In totaal zijn er 1.700 ondernemingen failliet verklaard tot en met april dit jaar, waarvan 1.400 een coronabetalingsregeling hadden. Het aantal faillissementen binnen het mkb stijgt en vooral het afbetalen van de coronaschuld blijft een probleem.
De wereldwijde uitbraak van het coronavirus heeft een ongekende impact gehad op economieën over de hele wereld. Overheden moesten snel handelen om de gevolgen van de pandemie te verzachten en bedrijven die zwaar werden getroffen te ondersteunen. Eén van de maatregelen die veel overheden hebben genomen, was het uitstellen van belastingbetalingen voor bedrijven om hen te helpen tijdens deze moeilijke periode en om de economische schade te beperken. Het uitstellen van belastingbetalingen bood bedrijven een adempauze en extra liquiditeit om hun activiteiten voort te zetten, werknemers te behouden en schulden af te lossen.
Nu lijkt het tij te keren. Vanaf 1 oktober 2022 moeten de schulden in 60 maandelijkse termijnen worden afgelost. In totaal hebben 266.369 bedrijven een gezamenlijke schuld van bijna 17 miljard euro. Een groep van 60.344 bedrijven is nog niet aan het afbetalen en ook nog niet in overleg met de Belastingdienst, blijkt uit een brief van demissionair staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) aan de Tweede Kamer. In een brief van de Belastingdienst die in april werd verzonden stond dat de betalingsregeling voor de bedrijven die zich nog niet hebben gemeld, zal worden ingetrokken. De Belastingdienst gaat nu over tot invorderen, zo schrijft Van Rij op 31 augustus in een brief aan de Tweede Kamer.
Belang van mkb-bedrijven voor de economie
Na de uitbraak van de coronapandemie werd verwacht dat een golf aan faillissementen zou volgen, maar dit bleef lange tijd uit. In de jaren na de pandemie was het aantal faillissementen zelfs historisch laag. Echter, recentelijk lijkt er verandering te zijn gekomen. Het aantal faillissementen neemt gestaag toe, vooral onder mkb-bedrijven die het momenteel moeilijk hebben. Het CBS rapporteert dat het aantal bedrijven dat failliet gaat sinds een jaar gestaag stijgt, na een langdurige periode van daling.
In 2018 waren er meer dan 2,1 miljoen mkb-bedrijven actief in Nederland, dit is meer dan 99% van alle ondernemingen in ons land. De financiële problemen en betalingsachterstanden waarmee een groot aantal mkb-bedrijven momenteel te maken heeft, hebben dus een brede impact op de gehele economie. Het mkb vervult namelijk een cruciale rol in veel economieën, niet alleen door het creëren van werkgelegenheid, maar ook door hun bijdragen aan de economische groei. Wanneer het mkb getroffen wordt door problemen, kan er een toename van faillissementen optreden, kunnen er verstoringen ontstaan in de toeleveringsketen, investeringen en groei afnemen en kredietverstrekkers risicoavers worden.
Een verzwakking van het mkb kan daardoor resulteren in een vertraging van de economische groei en het herstel van het land als geheel. Om negatieve effecten op de gehele economische keten te voorkomen, is het dan ook van groot belang om de financiële gezondheid van mkb-bedrijven te ondersteunen en te waarborgen.
De noodzaak van terugbetaling
Hoewel het uitstellen van belastingen begrijpelijk was tijdens de acute fase van de pandemie, doet zich nu de vraag voor of terugbetaling noodzakelijk is. Er zijn diverse argumenten die pleiten voor het terugbetalen van het uitgestelde belastingbedrag. Tijdens het afgelopen jaar waren sommige bedrijven veerkrachtig en profiteerden zelfs van de pandemie, terwijl andere sectoren enorme verliezen leden. Bovendien zijn er ook bedrijven die wel degelijk in een moeilijke sector zaten, maar bewust géén gebruik hebben gemaakt van uitstel van belastingbetaling. Het terugbetalen van belastinguitstel zorgt voor een gelijk speelveld tussen bedrijven en belastingbetalers, waarbij de lasten eerlijk worden verdeeld.
Het niet terugbetalen van belastinguitstel kan ertoe leiden dat bedrijven hun schulden opstapelen en in een neerwaartse spiraal van financiële moeilijkheden belanden. Het terugbetalen helpt het voorkomen van schuldaccumulatie en helpt bedrijven om op de lange termijn een gezondere financiële positie te behouden.
Aan de andere kant zijn overheden afhankelijk van belastinginkomsten om essentiële diensten te financieren, zoals gezondheidszorg, infrastructuur, onderwijs en sociale voorzieningen. Bij het niet terugbetalen van deze coronaschuld, zullen er ergens anders bezuinigingen moeten worden doorgevoerd. Bijvoorbeeld in het onderwijs, infrastructuur of gezondheidszorg; iets wat op lange termijn zeer schadelijk kan zijn voor de economische slagkracht van Nederland. Het terugbetalen van belastinguitstel draagt dus bij aan de financiële duurzaamheid van de overheid en vermindert de noodzaak om elders bezuinigingen door te voeren. Het bepalen van het juiste tijdstip en de juiste fasering van de terugbetaling is cruciaal. Te lang wachten kan de financiën van de overheid aantasten, terwijl te vroeg of te snel terugbetalen de herstelinspanningen van bedrijven kan belemmeren.
Uitdagingen bij het terugbetalen van belastinguitstel
Ondanks dat de meerderheid van het midden- en kleinbedrijf bij is met de betaaltermijnen en 11% van de bedrijven de coronabelastingschuld volledig heeft afbetaald, hebben in mei 2023 96.850 bedrijven een betalingsachterstand van 1 of meerdere termijnen, waarvan meer dan 60.344 ondernemers nog niet zijn begonnen aan het terugbetalen en zich ook nog niet hebben gemeld om te overleggen over een betalingsregeling.
Het terugbetalen van belastinguitstel brengt enorme uitdagingen met zich mee voor een groot aantal bedrijven. Na corona kwamen de energiecrisis en inflactiecrisis en steeg de rente. Het is niet verbazend dat wereldwijd de schulden van bedrijven stijgen. Aan de andere kant krimpen de marges door hogere kosten voor energie, lonen en rente. Tegelijkertijd moeten bedrijven investeren in de duurzame transitie en noodzakelijke technologische innovatie. Aan alle kanten uitdagingen dus!
Sommige bedrijven hebben mogelijk niet de vereiste liquiditeit om de uitgestelde belasting terug te betalen. Dit komt onder andere doordat sommige ondernemers de kredieten als het ware behandeld hebben als werkkapitaal. De terugbetaling hiervan komt dan ten laste van de liquiditeit.
Mogelijkheden voor bedrijven
De Belastingdienst roept bedrijven op contact op te nemen met het verzoek om een (soepele) betalingsregeling of kwijtschelding van een deel van de schuld. Ook kun je je bedrijf herstructureren zodat er voldoende geld binnenkomt of een investeerder zoeken voor kapitaal. In sommige gevallen kan een kredietverstrekker uitkomst bieden door (een deel van) de coronaschuld te financieren. Maar juist deze mkb-bedrijven kunnen moeilijk aan financiering komen, omdat ze problemen hebben met solvabiliteit, liquiditeit en oplopende rentes. Banken hanteren strengere eisen of wijzen verzoeken af, waardoor ze zijn aangewezen op alternatieve financiers.
Momenteel verzorgen alternatieve financiers 27 procent van alle mkb-kredieten tot een miljoen euro. Het gaat hierbij om ondernemingen die in de kern gezond zijn, maar bijvoorbeeld door de terugbetaling van de coronaschuld onvoldoende werkkapitaal overhouden om nieuwe orders te kunnen financieren of investeringen te doen in hun onderneming. Financiering van een alternatieve financierder kan dergelijke bedrijven helpen deze moeilijke financiële periode te overbruggen en de Nederlandse economie stabiel te houden.
Door: Bas Vanhorick, CEO/Country Manager Netherlands